De menselijke maat in organisaties

29-08-2016

'Een betekenisvolle bijdrage leveren aan een betere wereld waarin menselijke creativiteit en talenten optimaal tot hun recht komen in hun werk. Organisaties met ruimte voor individuele ontwikkeling en respectvolle samenleving en waarin fundamentele menselijke waarden worden uitgedragen en nageleefd. Zonder een cultuur van angst, command and control.'

Deze wens sprak Yvonne Burger begin 2008 uit, bij aanvaarding van de leerstoel Organisatiecultuur, communicatie en leiderschap aan de Vrije Universiteit. Mijn eerste gedachte was: mooie theorie vanuit zo’n hoge leerstoel. Hoe is dat voor mensen op de werkvloer?

Veel mensen die ik in mijn praktijk spreek voelen zich beklemd in organisaties. Vaak als gevolg van een doorgeschoten bureaucratische structuur. Ze verlangen ernaar om erkenning te krijgen voor hun werk. Ze willen hun kwaliteiten en vaardigheden benutten. Maar ze moeten voldoen aan regels en protocollen en of hun bijdrage wordt opgemerkt betwijfelen ze.

Veroordelingsgesprekken
Daarnaast zijn er ook veel mensen die eigenlijk niet goed weten wat hun drijfveren zijn. Vaak is zekerheid belangrijker dan gezondheid en geluk. Ze nemen de hiërarchische structuur voor lief en overleven zo goed en zo kwaad als het kan. Jaarlijks zijn er de beoordelingsgesprekken, die in de wandelgangen ‘veroordelingsgesprekken’ worden genoemd.

De bazen kennen hun mensen niet, want ze moeten zich bezighouden met het veiligstellen van hun eigen positie. Ze weten wel vanuit cursussen dat persoonlijke ontwikkelingsplannen belangrijk zijn, maar het kost zoveel tijd om je te verdiepen in mensen; in wat ze beweegt en wat ze nodig hebben.

Mensen voelen zich vaak afhankelijk en machteloos tegenover regels en bazen. Maar wie bepaalt nu eigenlijk de menselijke maat in organisaties. De CEO? De manager? De individuele werknemer? Of draagt iedereen zijn steentje bij?

De maat, dat ben jij
Mijn meest leerzame werkervaring heb ik gehad bij Randstad. Er was een no-nonsense cultuur waarin duidelijk was wat de do’s en de don’ts waren. Best een schok na mijn non-profit ervaring.

Toen ik er net werkte werd ik naar een vestiging gestuurd die meer dan een uur rijden van mijn huis lag. Ook al was ik aangenomen (dacht ik) voor de locatie in mijn eigen stad. Maar ik moest elders ervaring opdoen. Op de betreffende werkplek kwamen veel allochtone mensen, die op zoek waren naar tijdelijk werk. Een Turkse jongen wilde voor 3 dagen ingeschreven worden. Hij wilde een zakcentje voor zijn reis naar Turkije.

Ik zei dat dit niet mogelijk was. Het inschrijven en het op zoek gaan naar een baan kostte tijd. En dan wilde hij ook nog eens over vier dagen weg. Mijn manager nam mij apart. Ik kreeg heel erg op mijn kop. De les was dat ik iedereen moest helpen die hier kwam om werk te zoeken. Ongeacht de wensen. Ik schrok, maar knoopte de boodschap goed in mijn oren.

Na een maand moest ik naar een andere vestiging. Weer meer dan een uur rijden, maar in een andere windrichting. Er was daar geen bureau voor mij. Alles was bezet. Ik voelde me ontzettend onzeker, maar besloot er het beste van te maken. Ik vroeg of ik collega’s mocht helpen.

Je collega is je eerste klant
Ik leerde in bovenstaand voorbeeld dat ik initiatief kon tonen en voorstellen kon doen. Zo wilde ik dingen anders dan mij werd ‘voorgeschreven’. Omdat ik kon vertellen waarom mijn werkgever daar iets aan had, werden verschillende voorstellen gehonoreerd. Niet altijd met succes als resultaat. Ik heb fouten gemaakt. Maar daar leerde ik weer van.

Veel mensen beschouwen de organisatie als iets waar ze geen onderdeel vanuit maken. Het is een werk-gever, die jou bepaalde taken en bevoegdheden geeft binnen een functiegebied. Je hoeft verder niet na te denken en je krijgt maandelijks een afgesproken bedrag op je bankrekening. Maar daarmee maak je jezelf onnodig klein.

Conclusie
Als je weet waarvoor of voor wie je werkt, maar ook weet wat jouw bijdrage kan zijn of waarin juist jij heel goed bent, dan werk je aan gezamenlijke doelen en voel je je weer verbonden met de organisatie.

Anje B.

Augustus 2016

Terug naar overzicht